Bovenop het heuveltje staan we in de stromende regen. Naast een blarenpriktent. Verderop tettert een blaaskapel. Het koude bier in onze koelbox is misplaatst. Eergisteren was het 39 graden, maar vandaag kijken we naar een eindeloze stroom doorweekte wandelaars. Onze roodgele vlag wappert mistroostig. Een peloton Spaanse infanteristen zwaait enthousiast naar ons.  ‘Doorlopen kreng, het regent’, appen we naar Leon. Want voor hem staan we daar.

Leon ziet ons eerder dan wij hem. Grijnzend maakt de wandelaar zich los uit het levende lint. ‘Netjes boys’, zegt hij. ‘Hey, dat is onze tekst’, zeggen wij. We vragen hem om voorover te buigen want we hebben een veer bij ons die op zoek is naar een opbergplek. Hier, in Berg en Dal, heeft Leon al 9.944,5 kilometer achter de rug. De tienduizendste kilometer gaat hij morgen voltooien, op de Via Gladiola. Leon bivakkeert al zes dagen in Nijmegen en slaat geen feestje over. Ook dat laatste vinden we knap.

In de zomer van 2013 leerden wij, mijn beste kameraad en ik, Leon beter kennen. Op dat moment waren wij teletekstsupporters. Van Go Ahead Eagles, dat dan weer wel. We kwamen onregelmatig naar de Adelaarshorst, uitgewaaierd als we waren. Soms hosselden we losse kaartjes, soms zaten we op sjiek. Mijn kameraad werkte bij een sponsor die stoeltjes had op de hoofdtribune. De echte zakenmensen waren in die jaren met geen knuppel naar de zieltogende club uit Deventer te krijgen, dus bezetten wij af en toe de onbenutte stoeltjes.

In 2013 veranderde dat voorgoed. Na zeventien magere jaren had de beginnende trainer Erik ten Hag de Eagles naar de eredivisie geloodst. Een bijkomstigheid voor ons was dat we ineens een seizoenkaart moesten aanschaffen. Want de zakenlui hadden ineens wél interesse in het wonder van Deventer. We gingen staan op de B-side. En zo liepen we op een zaterdag in augustus, op de dag van de glorieuze rentree, onze voormalig dorpsgenoot Leon tegen het lijf.

We hadden nog wat zonnestralen meegepikt op de Brink. Rozig van het bier hobbelden we achter de corteo aan. Zo noemen supporters een optocht naar het stadion. In het spoortunneltje ontstaken de echte supporters cobra’s en rookbommen. Op de driesprong bij het Dr. Fadrhoncpleintje klonk applaus. Niet voor voetballers, maar voor de supporters. We ondergingen het ongemakkelijk. Dit was niet voor ons, maar voor jongens zoals Leon.

Die was naast ons komen lopen. ‘Hey, wat leuk, dat jullie dit ook doen’, zei Leon terwijl de rookwalmen om onze hoofden krulden. Leon kenden we uit de feesttent. Een toegankelijke gast, maar ook een boefje, wisten we uit de verhalen. Ook was ons bekend dat Leon al vijftien jaar lang -tegen beter weten in- door de vrijdagavondspits reed naar IJmuiden, Helmond en Oss. We feliciteerden hem met de heuglijke dag en verontschuldigden ons in omfloerste bewoordingen voor onze aanwezigheid. ‘We moesten toch deze kant op en lopen maar een beetje achter de meute aan.’ Normaal gesproken reageren fanatieke supporters nogal cynisch op glory hunters. Leon echter niet. Die sloeg ons joviaal op de schouder. ‘Echt tof. Welkom! Als jullie een keertje mee willen naar een leuke uitwedstrijd, trek aan mijn jasje. Dan regelen we dat.’

Niemand wist toen nog dat Marnix Kolder die avond, tien minuten voor tijd, de winnende zou scoren tegen ADO. En dat in december de rivaal van verderop langs de rivier de meest vernederende nederlaag ooit zou worden toegebracht. Het zinderde al wel, op die zomeravond. Aan alles voelde je dat dit een historisch lekker seizoen ging worden. Wij waren al om voordat de bal rolde. Leon veranderde met zijn hartelijke ontvangst “zij” in “wij”. En Go Ahead werd Kowet.

Pas later hoorde ik over het probleem. Het kan de beste overkomen. En dat was hier gebeurd.

Zoals baasjes op hun hond gaan lijken, zo is Leon een symbiose aangegaan met de club waarvan hij houdt. Leon ís Kowet. Nooit saai, hoge pieken, diepe dalen.

Of ik wilde investeren, vroeg Leon op een dag. Met een vaag verhaal erbij. Ik vertelde Leon dat ik het geld niet had. En dat ik het hem ook niet zou lenen als ik het wel had. ‘Geen probleem’, zei Leon. ‘Even goede vrienden. Ik zie je zondag. Tegen De Graafschap hè? Wat denk je ervan?’ Later begreep ik dat hij meerdere mensen had benaderd. En weer later hoorde ik over het probleem.

Het kan de beste overkomen. En dat was hier gebeurd. ‘Lullig’ was een veelgehoord understatement in die dagen. ‘Zo’n goede jongen. Alles kwijt.’

En toen gebeurde het mooie. We zaten op de eerste rij bij een wonderbaarlijke wederopstanding. Dat begon met een publieke boetedoening. Keiharde openheid, alle kaarten op tafel. In een mail, op de app en recht in het gezicht. ‘Dit kan zo in de handboeken voor hulpverleners’, zeiden we bewonderend tegen elkaar. Zijn pa en ma, aardige en bescheiden mensen die inzamelingen organiseren voor de voedselbank, sloegen hun armen om hem heen. Een ondernemer uit ons geboortedorp bood hem een baantje aan, zonder dat gebaar breed uit te venten. Regelingen werden getroffen. Weer iets later nam zijn oude baas Leon in genade aan. Kennelijk is hij een te goede gast om te laten lopen. Ook zijn vriendin gaf hem een tweede kans. Als Leon Kowet is, dan speelt hij relatie-technisch Europees voetbal. Ze is knap en slim. Een prima uitgangspunt, vinden wij. Dat betekent dat hij hard moet werken voor een goed resultaat. En dat doet hij.

Leon ging wandelen. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor het meisje Pleun en andere mensen die lijden aan ziekte van Batten: een dodelijke stofwisselingsziekte. Eerst zou Leon 1902 kilometer lopen. Want 1902 is het oprichtingsjaar van de mooiste club van het land. Dat doel werd verlegd. Te gemakkelijk. Tienduizend kilometer, dat moest het worden.

Vandaag, in de stromende regen van Berg en Dal, raakt de haven serieus in zicht. Een dag later zal Leon over de finish gaan, nagenoeg tegelijkertijd met een wandelaar in een PEC Zwolle-outfit. ‘Dit is wel een goeie’, zegt Leon erbij. Duimpje omhoog. Wandelen verbroedert blijkbaar.

Een prachtige kerel, vind ik het. En zijn verhaal is ronduit inspirerend. Omdat het gaat om het pakken van een tweede kans. Over vallen en opstaan. En ook over de schoonheid van vergeving. Walk on, through the rain. Doorlopen, kreng.

Join the conversation!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *