In een stad aan een rivier interview ik een niet nader te noemen jonge vrouw. De aanleiding is dat ze statushouders opleidt voor een baan in de zorg. We komen veel mensen tekort in de zorg.
Het is een warme dag. We zitten op een houten picknicktafel onder de parasol, waar ze bevlogen vertelt over haar werk. Het is een prettig gesprek en pas op het eind spreken we over haar voorbehoud. Ze wil haar naam niet vermelden in het online-verhaal. ‘Mensen reageren zo boos altijd.’ Terwijl ze het zegt, kijkt ze even naar de box van de dreumes. Die staat pal achter het raam aan de straatzijde.
Later die dag kom ik over de vloer bij de politie. Daar mag ik af en toe -tegen betaling- meekijken in de keuken van de interne mediamakers. Die zijn onwijs goed en maken school met warme, menselijke verhalen. Dienders vertellen al jarenlang open over hun werk, kritisch en onbevreesd voor emoties. Maar de laatste tijd loopt het moeilijk. Agenten hebben last van doxing. Dan deelt één ophitsertje jouw adres en vervolgens begint de ellende. ‘Voor mezelf vind ik het niet erg hoor’, zegt een agent. ‘Mijn huid is dik. Maar mijn vrouw en kinderen hebben niet gekozen voor dit werk.’ En dus willen de boevenvangers alleen nog met initialen en balkjes voor hun ogen in het blad. Het zou ironisch zijn, als het niet zo triest was.
Op de terugweg denk ik na over deze gebeurtenissen. Wat is er gebeurd in dit land? Doodgewone agenten en leraren zijn bang geworden voor de gevolgen van hun werk. Voor doodsbedreigingen. Voor stenen door de ruit.
Op de radio gaat het over de angst van columnisten. Op hetzelfde moment zijn zes prominente columnisten gestopt bij landelijke dagbladen. Ik kan me, als bevolker van Twitter, goed voorstellen dat die columnisten het een keer beu zijn. De radionieuwsdienst opent met het bericht over een bommelding in Leeuwarden. Friese statenleden geven aan dat ze stelselmatig worden bedreigd.
Twee dagen later lees ik in de zaterdagkrant een reportage van zes pagina’s over de drukte op Schiphol. Het is een bende. Tuurlijk, we moeten minder vliegen, maar het punt dat ik wil maken: die chaos komt voor een groot deel door hufterigheid. De flessenhals is de beperkte capaciteit bij de security checks. En waarom zijn die zo onderbezet? Dat komt omdat de mensen die daar staan het zwaarste werk doen (de hele tijd door knieën tijdens het fouilleren), op onmogelijke tijdstippen en daar het minste geld voor krijgen. Maar hun grootste bezwaar: je wordt de hele dag voor rotte vis uitgemaakt en stelselmatig belaagd.
Daar heb je geen zin in.
Is het dan allemaal duisternis? Welnee. Gelukkig zijn er óók lichtpuntjes. Deze week kwamen die uit de Achterhoek
Door de verhuftering krijg je minder goede verhalen, minder goede bestuurders, minder goede ambtenaren, minder wetenschap, minder veiligheid en meer wachtrijen. Wie wil er nou de hele tijd worden uitgescholden en bedreigd? De verantwoordelijke baklappen maken zoveel meer kapot dan je denkt. En ik zou best kunnen vertellen welke klapharken de grootste ellende veroorzaken, maar dat durf ik natuurlijk niet.
De diepere oorzaken -daarover kun je veiliger spreken- zijn legio. Iemand gooit wat poep omhoog en gebruikers van social media zijn de ventilator die de drek verder verspreiden. Door ontzuiling en individualisering is de echte sociale cohesie afgenomen, maar op het web vind je altijd wel wat virtueel applaus voor horkerigheid.
Volgens mij komt het ook doordat mensen zijn gaan geloven in de illusie dat het leven maakbaar is. Dat praten we elkaar de hele tijd aan. Totale onzin natuurlijk, want het leven is niet maakbaar. Soms komt er bijvoorbeeld een stomme artiest zingen op jouw avondje uit. Dan gooi je een biertje naar het podium. Want wie is die zanger nou helemaal dat hij jouw avond komt vergallen? Of er komt een schrijver in jouw favoriete Tour de France-programma vertellen dat hij fietsen geen klap aan vindt. Wat krijgen we nou zeg? Het was net zo’n legendarische etappe. Dus ga je meteen op Twitter vertellen wat je van hem vindt. Laat hem bungelen aan de hoogste boom. Ha, ik zet er drie walg-smileys achter. Dat zal ‘m leren, met zijn afwijkende mening.
Is het dan allemaal duisternis? Welnee. Gelukkig zijn er óók lichtpuntjes. Deze week kwamen die uit de Achterhoek. Daar riepen de organisatoren van de Zwarte Cross, bij monde van hun levende mascotte Tante Rikie, alle hufters op om thuis te blijven. Dit festival, niet bepaald fijnbesnaard en kleinzerig van aard, doet trouwens wel meer goed. Zo hebben ze al jaren geen beveiligers meer. Nee, ze werken met sfeerbeheerders. Ook dat vind ik vrij geniaal. Deze naam maakt meteen duidelijk waarom soms een impopulaire maatregel nodig is.
Volgens mij heeft het hele land sfeerbeheer nodig.
Goed verhaal weer Bart!