Vandaag heb ik alleen maar leuke lui gesproken. Over de één maak ik een verhaal, over de andere een filmpje. Alles loopt op rolletjes. Er is tijd over voor een tussenstop in de Loods. Terwijl de beelden vanuit mijn camera naar de schijf stromen, heb ik een lunchgesprek met die aardige collega. Ze heeft een toffe klus binnengehengeld en is de vrolijkheid zelve.

Daarna heb ik nog één klusje voor het weekeinde. Op het platteland, op weg naar huis. Bij de ingegraven tankkoepel van de IJssellinie stuur ik de zwarte Volvo Fyra van de dijk af. Over binnendoorweggetjes rijd ik door het magistrale coulissenlandschap tussen Deventer en Olst. Door het bladerendek heen strooit de zon mini-straaltjes uit over het landweggetje. Er rijden opvallend veel duo-fietsen hier. De begeleiders en hun cliënten zwaaien wild naar me. Bij landgoed Groot Hoenlo zie ik een mosterdgele Volvo P1800. Op een dag als vandaag zou ik moeten zeggen dat zo’n wagen ooit de mijne zal worden. Maar zo’n dag is het niet. Het is een kutdag.

Want ik denk aan die ene klant waar ik blijf sleuren aan dode paarden. Hoe lang kun je iemand vertellen dat ze mooie verhalen moeten maken in plaats van saaie informatie opleuken? Aan die ene klant, met kritiek. Onterecht natuurlijk. Klanten lijken soms te denken dat ze koning zijn.

Honderd schouderklopjes, maar dat ene mailtje versjteert de dag. Misschien moet ik er maar eens mee kappen. Dát denk ik. Gewoon een vaste baan zoeken, met vakantiegeld en loonstijging bij inflatie. Of selectiever klanten aannemen en zuiniger gaan leven. Dan maar geen mosterdgele P1800. Daar ben ik toch te a-technisch en -laten we eerlijk blijven- te marginaal voor. En zo zit ik mezelf de put in te praten.

Een mooie dag laten vergallen door iets nietigs. Wat is dat toch? Mensen die er last van hebben zijn vaak onzeker, perfectionistisch of hebben te hoge verwachtingen van het leven. Ik herken mezelf in geen van die karaktertrekken. Een klassiek voorbeeld in films is de gestreste bruid. En haar moeder. De dag die mooiste in hun leven moet worden, verloopt nooit zoals het hoort. Door noodweer of een zombie-aanval, maar meestal door een klunzige bruidegom. De bruid snauwt cateraars af, valt uit tegen de kapster, doet kribbig tegen bruidsmeisjes. Huwelijkskoppels drinken te veel. Of te weinig. En ze lachen te krampachtig. Dat cliché zit in honderden films en berust vast op waarheid. Op de mooiste dag van hun leven, laten mensen zich vaak van hun lelijkste kant zien. Wij zijn niet getrouwd.

Ik zit gewoon middenin het nummer Happy in Hindsight

Als ik langs Café Ruimzicht rijd, begint Spotify ineens aan het liedje Happy in hindsight van Bertolf. Het algoritme heeft enge zintuigen. Ik zit gewoon middenin dat nummer. Liedjessmid Bertolf Lentink begint met de beschrijving van een foto van wat een perfecte dag zou moeten zijn. Op een festival, met vrienden, de kinderen, in de zon. Op de foto steekt hij zijn duim omhoog, maar zo voelt hij zich niet. Hij kan er niet van genieten omdat zijn hoofd vol zit met praktische zorgen. Pas als alles achter de rug is, kan hij genieten. Maar dan is het moment zelf voorbij. Hij is achteraf pas gelukkig. Het is een fijn, zomers nummer.

Bertolf is dan ook niet van de straat hè? Hij schrijft al jaren liedjes voor The Beatles. Maar omdat die zijn gestopt op 10 april 1970, speelt hij ze zelf maar. De aardige jongen uit Zwolle doet niet geheimzinnig over zijn schatplichtigheid aan de muzikanten uit Liverpool. Voor zijn vrouw die Patty heet, schreef hij het nummer Patty Lane. Hoewel Bertolf prima draait -denk ik-, vind ik zijn talent nog steeds onderschat. Ik vermoed dat Bertolfs liedjes te lief zijn voor de massa’s die steeds bozer worden. Mijn humeur knapt er echter enorm van op.

Ik wijk uit voor een tractor met een zwiepende hooischudder en verwacht dat ik morgen wel weer gelukkig kan zijn over gisteren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *